Categorie: “streekgerecht”

Groningse eierballen zouden eigenlijk in elke snackbar in Nederland verkocht moeten worden, want deze snack is super lekker, helemaal na een avondje stappen. Maar daar hebben ze in de studentenstad Groningen natuurlijk ook veel verstand van. Geen wonder dat deze snack er ooit geboren werd. Wat is een eierbal dan, zul je denken. Nou grofweg is het een bitterbal met daarin een hardgekookt ei verstopt. Topidee toch? En je kunt hem thuis heel makkelijk maken. Begin een dagje tevoren, want de vulling van de bal moet opstijven in de koelkast.

Recept Groningse eierballen

Ingrediënten voor 5 ballen

20 gr boter

50 gr bloem

200 ml ronder of kippenbouillon met vlees

5 hardgekookte eieren, gepeld

broodkruim of paneermeel in een ondiep bord

3 losgeklopte eieren in een ondiep bord

zout en peper

zonnebloemolie of frituurvet

Bereiding

Smelt eerst de boter zachtjes in een kleine pan. Als de boter gesmolten is voeg je rustig de bloem toe en roert dit goed door elkaar. Bak de bolletjes bloem een paar minuten door terwijl je roert zodat de bloem kan garen. Voeg na 5 minuten de bouillon uit de pot toe, vul eventueel aan met wat water als je niet genoeg hebt.

Hak het resterende vlees uit de pot klein en voeg toe aan de saus. Roer goed door en laat dit ook weer 5 minuten garen. Als de saus lekker dik is, maar je er wel goed doorheen kan met de lepel haal je de pan van het vuur. Laat de pan in een bak koud water afkoelen en zet na een half uurtje in de koelkast. Je hebt nu trouwens de ragout gemaakt.

Haal na een paar uur of de volgende dag uit de koelkast samen met de hardgekookte eieren. Zet de paneermeel en de losgeklopte eieren klaar. Bekleed de eieren met een laagje van de ragout. Haal de bal dan achtereenvolgens door de paneermeel, dan door het ei en dan nog een keer door het paneermeel. Ga zo door met de andere 4 ballen. Als ze klaar zijn, verwarm je de olie in de pan of het frituurvet in de frituurpan. Bak de ballen een minuut of 5 in de hete olie van 180 graden.

Serveer de ballen direct en geniet van de blije gezichten!

28.11.2019
Geplaatst in streekgerecht
0 reacties

Stimpstamp is de Veluwse naam voor andijviestamppot. Geen idee waar het woord vandaan komt. Heel oud is het niet. Want wist je dat de eerste vermelding van de Hollandse stamppot pas uit 1880 is?* Daarvoor stampten we helemaal niks in de Hollandse keuken. Afijn, stimpstamp is een heerlijke stamppot andijvie, die ze overigens ook in Friesland, de Betuwe en zelfs op Ameland kennen.
Maar de Veluwenaren voegen er nog iets aan toe, en wel karnemelksaus. Ook dat was vroeger een saus die bij meerdere gerechten op tafel kwam. Er zijn heel wat varianten in omloop van dit streekgerecht. En je kunt natuurlijk heerlijk variëren als je dat wil. Ik haalde mijn recept uit een jaren ’80 kookboekje van Libelle.

Recept

Veluwse Stimpstamp met karnemelksaus

Stimpstamp met karnemelksaus

4 personen-makkelijk-40 minuten

Ingrediënten

  • 1,2 kg kruimige aardappels zoals Doré en Eigenheimer
  • 250 gr rookspek in blokjes
  • 500 gr andijvie
  • klont roomboter
  • Nootmuskaat
  • Peper
  • Zout
  • 25 gr boter
  • 1 el bloem
  • 350 ml karnemelk
Stimpstamp met karnemelksaus

Bereiding

  • Schil de aardappels en kook ze, met wat zout, in een grote pan gaar.
  • Bak ondertussen de spekblokjes in een bakpan.
  • Giet de aardappels af maar bewaar wat van het vocht.
  • Stamp de aardappels  fijn. (Gebruik eventueel wat van het kookvocht als de puree te droog is.)
  • Schep de rauwe andijvie en de roomboter er door.
  • Maak het geheel op smaak met nootmuskaat, peper en zout.
  • Houd de stamppot  nog even warm als je de karnemelksaus gaat maken.
  • Klop daarvoor de bloem door de karnemelk.
  • Breng dit al roerend aan de kook tot het iets dikker wordt.
  • Haal de karnemelksaus van het vuur voor het gaat schiften.
  • Roer de gebakken spekjes door de karnemelksaus.
  • Breng de saus op smaak met nootmuskaat, peper en zout. Doe de saus in een sauskannetje en serveer bij je stamppot.

Tip:

Vertel ze thuis niet dat het karnemelksaus is, maar laat ze eerst maar eens proeven voordat er geroepen wordt: ‘dat lust ik niet!’

*Bron: Een kleine geschiedenis van de Nederlandse keuken door Jacques Meerman.

Zin in meer stamppot recepten? Check dan mijn Hutspot recept

06.11.2019
Geplaatst in streekgerecht
0 reacties

Blauwvingers, hoe bedenk je het? Nou er zit een heel verhaal achter de naam van deze Zwolse koekjes. Wil je daar meer over weten? Dan kun je deze hele maand elke woensdag naar deze prachtige stad voor de Zwolse Blauwvingerdagen. Er is een enorm grote braderie en er zijn leuke optredens. Uiteraard kun je er ook de Zwolse Blauwvingers eten en dan hoor je vast wel het verhaal achter de typische naam. Maar je kunt de koekjes ook lekker zelf maken en hier lezen waarom ze zo heten!

Historie van de Zwolse Blauwvingers

Het verhaal wil dat er in de middeleeuwen rivaliteit heerste tussen de bewoners van Zwolle en die van Kampen. De Kampenaren werden “Kampersteuren” genoemd naar het spotverhaal “De Kamper steur”. De inwoners van Kampen wilden de Zwollenaren terugpakken. Ze kregen hun kans toen de Zwollenaren bij het gemeentebestuur van Kampen aanklopten om het klokkenspel van hun uitgebrande toren te koop aan te bieden, om zo de gemeentekas te spekken. Het verhaal wil dat Kampen toestemde, maar het aankoopbedrag uitbetaalden in munten. Dagenlang zijn de Zwollenaren bezig geweest alle munten te tellen. Toen ze klaar waren, hadden ze blauwe vingers. Zo kregen ze hun spotnaam “Blauwvingers”. De Zwollenaren op hun beurt maakten een koekje en noemden dat de Zwolse Blauwvinger. Deze zul je zeker vaak tegenkomen op de grote braderie die 4 woensdagen lang in juli in Zwolle gehouden wordt.

Recept Zwolse Blauwvingers

De basis voor de Blauwvingers is het recept voor Utrechtse spritsen. Die hebben alleen een iets andere vorm, maar de deeg samenstelling is hetzelfde.

Ingrediënten

  • 190 gr boter – kamertemperatuur
  • 100 gr lichte basterdsuiker
  • 1 zakje vanillesuiker
  • 3 gr zout
  • 1/2 ei
  • 250 gr patentbloem

Bereiding

Meng de boter met de basterdsuiker, vanillesuiker, zout en half ei. Kneed er een zachte smurrie van. Voeg dan de bloem toe en kneed weer door. Lepel het deeg dan in een spuitzak met grove kartel spuitmond..

Bekleed een bakblik met bakpapier. Spuit de spritsen in zigzaggende reepjes van ongeveer 8 cm. lang op het bakpapier. Verwarm de oven voor op 160 graden. Bak de koekjes in ongeveer 20 minuten gaar.

Maak dan een chocoladeglazuur door 2 eetlepels poedersuiker te mengen met 1 theelepel cacao en 1 theelepel water. Voeg zonodig nog 1 theelepel water toe tot je een dik smeuïg papje krijgt.

Haal de koekjes uit de oven. Druk met je vinger aan een kant van het koekje een kleine holte en doe daar een theelepeltje chocoladeglazuur in.

Laat de koekjes nu verder afkoelen en hard worden en geniet vervolgens van je Zwolse Blauwvingers.

Eigenlijk horen de Blauwvingers de vorm van een sprits te hebben, maar op dat gebied liet mijn deegspuit mij in de steek. Het enige alternatief was het deeg recht maken. Voor de smaak maakt het niet uit, maar dat je het weet!

Zwolse Blauwvingers zijn heerlijke koekjes op basis van spritsendeeg. En waarom ze zo heten? Dat lees je hier.

Zin om naar de Zwolse Blauwvingerdagen te gaan? Dat kan precies nog een keer volgende week. Lees er meer over hier.

24.07.2019
Geplaatst in streekgerecht
0 reacties